Kartelvorming, prijsafspraken en ondoorzichtige boekhoudingen – Nederlandse bouwers waren in de jaren voor de Duitse inval niet anders gewend, en na mei 1940 accepteerde ook de bezetter dat die bedrijven met hun ondoorzichtige structuren kapitalen verdienden aan de Duitse oorlogsindustrie.
In nauwelijks vijf jaar tijd spendeerden Duitse opdrachtgevers zo’n 1,5 miljard gulden aan voornamelijk militaire bouwprojecten in Nederland, omgerekend naar huidige maatstaven zo’n 10 miljard euro. Nederlandse bouwbedrijven haalden het grootste deel van die opdrachten binnen, voor zo’n 1,2 miljard gulden: vliegvelden, massale sloop van woningen voor de Atlantikwall langs de kust, bunkerbouw.